reglementen

Regolamento e Norme Interpretative del Palio -La Mossa – deel 1

Het Reglement  en  de Interpretatieve Normen van de Palio – De Start

Elke Palio wordt gevolgd door dagen-  tot maandenlange discussies in de media en op alle piazze van Siena over het al dan niet reglementair karakter van de start :  welke ruiters er in de fout gingen, of de mossiere de procedure wel goed had geleid of ten onder was gegaan in de door de fantini  opzettelijk geschapen chaos,  of de start “jong” of “oud” was, en wat er moet veranderd worden aan het reglement. Hierbij gaan voor- en tegenstanders mekaar verbaal te lijf gaan met een heftigheid waarvan politici iets van kunnen leren, en helaas,  vaak niet gehinderd door ook maar enige kennis ter zake. Slechts  één ding staat vast : de volgende zomer zullen we precies dezelfde polemiek meemaken want er zal niets veranderd worden, noch aan het reglement, noch aan de ongeschreven wetten.

Het Reglement van de Palio

Het reglement van de Palio is, op voorstel van een commissie, een laatste keer aangepast op 9 juni  1999, als modificatie  van het laatste geldige van 24 februari  1981. Het reglement telt 8 hoofdstukken, verdeeld over  105 artikelen en met 2 bijlagen, en is uitgegeven in een boekje van 43 bladzijden.

De aanpassing was eerder beperkt en betrof de artikelen 15-18 over de relatie Gemeentebestuur en Contrade, artikelen  22-23 over de estrazione of lottrekking der contrade, artikelen  34-37 over de voorstelling, keuze en uitloting der paarden, en geheel hoofdstuk VIII  over de bestraffingen op inbreuken van het reglement.

De artikelen over de startprocedure werden, zeer opvallend,  niet aangepast hoewel hier wel vraag naar was. Maar was er ook behoefte aan? Volgens velen moest er duidelijker gesproken worden over de “rincorsa” of starter, de contrada die als tiende en buiten de koorden staat en de start kan bepalen. In artikel 85 punt 4 wordt alleen gezegd dat na de trekking van de startvolgorde  deze  volgorde van de contrade wordt opgeschreven van de eerste plaats tot aan de rincorsa. Maar waar staat ze? Wat is haar taak en plicht? We zullen onderzoeken  wanneer en hoe de rincorsa is ontstaan, welke gevolgen deze vernieuwing heeft meegebracht en hoe de Palio tot op heden blijft worstelen met deze verbluffende startprocedure.

De startprocedure wordt  geregeld via de artikels 64-65-67-85  van het reglement. Ik zou me vooral willen concentreren op de keuze van de startvolgorde en de implicaties ervan, op de bevoegdheid van de starter en op de plichten van de ruiters met bijzondere aandacht voor de rincorsa, de tiende contrada die de start geeft vertrekkend van buiten de koorden. En om het debat onmiddellijk scherp te stellen  : wie geeft eigenlijk de start : de rincorsa of toch de starter ?

De Interpretative Normen

De zogenoemde  ongeschreven wetten zijn eigenlijk  “Interpretatieve Normen”  die sedert 1972 worden bepaald op sporadische vergaderingen  van kapiteins en gemeentebestuur. Zij zijn van kapitaal belang om te begrijpen wat er gebeurt tijdens een start.

De eerste Interpretative Norm  werd  goedgekeurd op 15 juli 1972 na een zeer bewogen vergadering op het stadhuis van burgemeester, mossiere en de 10 kapiteins die moesten rijden op 16 augustus 1972. De Norm werd bekrachtigd op 16 augustus 1972 door burgemeester en stadssecretaris, net voor de koers. Ex-burgemeester Barni verzet zich tegen het gebruik van het woord  “Norm” en verkiest de term  “Indicazione”  of  “Aanwijzing”  omdat deze regel nooit is goedgekeurd door de Gemeenteraad en nooit opgenomen in het reglement zelf.

Wij gaan later in op deze normen, hun ontstaan en de aanleiding ertoe, maar ik zou nu reeds durven vermelden dat ze nooit zijn gepubliceerd, dat er slechts 2 geschreven versies van bestaan, die van 3 juni 1976 voor de Commissie van herziening van het reglement, en een tweede, geschreven door de capitani op 16 augustus 1991. De “Interpretatieve Normen ” moeten dus beschouwd worden als een “overeenkomst”  die voor elke Palio wordt hernieuwd op de ochtend van 2 juli en 16 augustus. Elke nieuwe mossiere wordt hierover vooraf uitvoerig gebriefd.

Voorstanders van het niet-aanpassen van het reglement beweren bij hoog en bij laag dat dit  reglement bondig en vooral klaar en duidelijk is, maar te weinig wordt gerespecteerd in de bestraffende fase achteraf, d.w.z in de herfst wanneer het stadsbestuur straffen uitspreekt over fantini, contrade en contradaioli met een functie. Sergio Profeti van de site Sunto is hun belangrijkste en meest polemische en gevreesde woordvoerder.

Wij gaan in vier artikels de belangrijste (pijn-)punten behandelen en illustreren met voorbeelden en belangrijke historische momenten in de geschiedenis van het Reglement en de Normen. Wij besteden ook aandacht aan de gevolgen van het Reglement voor de fantini.

Deel  1 – De Trekking en La Busta – Il Stanzino – Goede en Slechte Startplaatsen – De Plichten van de Fantini.

De Trekking  door de  3 Deputati della Festa : artikel 85

De startvolgorde van de Palio wordt pas op het laatste ogenblik bepaald en wel door het lot. Wanneer de ruiters de entrone van het stadhuis hebben verlaten en de Casato naderen, worden op het bovenste verdiep van de Palco aan de start, een verdiep omschreven als de “Palco dei Giudici della vincita”, de tribune van de Rechters van de Overwinning, 3 startvolgorden geloot  in een klein houten hokje, “Lo Stanzino” genoemd, door de 3 Deputati della Festa, de Toezichthouders op alle aspecten van het Feest.

Men gebruikt hiervoor een speciaal gemaakt object, de “fiasca” of Kolf die uit twee  delen bestaat. Telkens tien balletjes met de kleuren der contrade, “barberi” genaamd, gaan in drie metalen dozen, een “serbatoio”  of  klein  reservoir,  worden erin geschud, en vallen in een ermee verbonden “tubo”  of koker, waarna een schuif wordt omgedraaid en de bolletjes in de startvolgorde verschijnen.  De volgorde van de eerste tube wordt zorgvuldig genoteerd in 3 exemplaren : 1 voor de mossiere, 1 voor de Deputati zelf en 1 voor de politiecommandant. De tweede en eventueel derde tube worden pas opengeschoven als er een andere startvolgorde zou nodig zijn.

De Constructie van de Stanzino in 1979

Tot en met 4 juli 1979 werd de trekking uitgevoerd in openlucht op de bovenste Palco maar toen gebeurde er één van die bizarre incidenten, waar de Palio zo rijk aan is. Selva had Saputello geloot met Bastiano als ruiter. De prove hadden geleerd dat de juiste strategie om Saputello te doen winnnen een snelle start was, wat  Bastiano goed beheerste, en liefst van onderaan, d.w.z. zo dicht mogelijk bij de omheining op één van de eerste plaatsen. Bij Selva wilde men onmiddellijk  weten waar men zou staan en men vond er het volgende op. Enkele Selvaioli volgden steeds de koers vanuit de Torre Notarile naast de Palco. Gewapend met een verrekijker dicteerde mevrouw Bocchi de startvolgorde, en plaatste Bastiano op de vooraf gewenste uitstekende tweede plaats, waarna gejuich weerklonk uit een venster van de toren. Dubbele fout. Vooreerst stond Bastiano niet tweede maar negende. Mevrouw Bocchi had het blad omgekeerd gelezen. En Bruno Pieri, de commissaris van politie, had het gejuich gehoord en onmiddellijk begrepen wat er aan de hand was. Op 16 augustus 1979 stond  er een hok om de 3 Deputati della Festa af te schermen bij de trekking.

De hardnekkige Mythe van de Goede en de Slechte  Startplaaatsen

De eerste startvolgorde wordt in een enveloppe, “la busta “, gestoken, die wordt dichtgeplakt, en door een politieman naar de starter op de verrocchio gedragen, waarbij hij er wel op let “la busta”  duidelijk met opgeheven arm boven zijn hoofd te dragen, zichtbaar voor de hele piazza.

Het volgende ogenblik is mogelijk het meest magische  van het feest. De starter scheurt de enveloppe open, leest zorgvuldig het briefje en prikt het vast op zijn verrocchio. Men kan een speld horen vallen op een piazzza met 40.000 toeschouwers. Vervolgens roept de starter één voor één de contrade tussen de touwen onder het afnemende  gejuich van de contradaioli, want hoe verder of hoger men staat, hoe minder gunstig de positie wordt ingeschat. De tiende of rincorsa, die van buiten de touwen de start moet geven, wordt in theorie geacht de Palio reeds verloren te hebben door deze ongunstige startpositie. Statistieken van de laatste 100 Palio’s  betreffende positie en aantal overwinningen bewijzen iets heel anders :  positie en overwinningen .

1 – 13 2 – 8 3 – 9 4 – 12 5 – 14
6 – 8 7 – 7 8 – 9 9 – 11 Rincorsa – 9

Niemand is kansloos, een echt slechte plaats bestaat niet,en de rincorsa wint meer als de 2de en zoveel als de 3de. 1-4-5-9 lijken niet kwaad te zijn.

De Plichten van de Fantini  volgens artikel 64

Artikel 64 zegt precies wat de ruiters moeten doen als ze worden opgeroepen door de starter :  ze moeten onmiddellijk tussen de touwen rijden, de  juiste plaats innemen en voldoende afstand houden van mekaar. Het is ten strengste  verboden van plaats te verwisselen of hun paard zo te plaatsen dat de start van andere contrade wordt belet of  bemoeilijkt  (= ostacolato).

Ik heb sedert 13 september 1986, de eerste Palio die ik rechtstreeks  heb kunnen volgen, nog nooit een koers gezien waarbij iedereen bij de start op zijn juiste plaats stond. Men aanvaardt dat een start toch geldig kan zijn, ook als men om zeer uiteenlopende redenen niet op zijn juiste plaats kan staan, maar enkele gevallen waren buitenissig. Op 16 augustus 1988 ging Aquila opzettelijk van de zevende op de eerste plaats staan om vandaar te winnen, en dat zonder enige tussenkomst van de starter. Bucefalo accepteerde met de glimlach één Palio schorsing achteraf voor juli 1989.

Een perfecte startvolgorde is quasi onmogelijk door de spontane of “opgelegde” zenuwachtigheid van meerdere paarden, omdat rivalen mekaar soms zoeken en daarvoor soms een schorsing of verwittiging over hebben.  Op 2 juli 1989 ging Vipera voor Lupa in eerste positie zo wild tekeer, achterwaartse trappen aan een nooit gezien tempo, dat Bastiano voor Bruco in tweede positie eerst Lupa letterlijk vastzette tegen de schutting, en vervolgens zelf op de eerste plaats ging staan en Lupa naar de andere contrade bleef schoppen die op veilige afstand tussen de touwen bleven staan.  Hiervoor kon de starter geen enkele oplossing verzinnen zonder paarden en ruiters in reëel  fysisch gevaar te brengen.

Voldoende afstand houden is ook zeer relatief. Rivalen duwen in mekaars flanken. Een kansloze ruiter probeert iets bij te verdienen door dicht bij een favoriet  te gaan staan die dan ruimte moet “kopen”.  En soms duwt de negende bovenaan de acht  anderen bij mekaar tot tegen de steccato omwille van tactische redenen.

Een starter zal dus bijna altijd streven naar een best mogelijke start in die specifieke omstandigheden en  bijgevolg  één of eerder meerdere inbreuken door de vingers zien.

Lees ook deel 2, deel 3 en deel 4

Met dank aan Jan Gilliams (brucaiolo met 56 palii in Piazza op de teller) voor tekst en opzoekingswerk.