De Palio Straordinario van 20 oktober viert 100 jaar einde van de Eerste Wereldoorlog. We willen echter graag even stilstaan bij wat er op Palio-gebied gebeurde de jaren van de Groote Oorlog.
Het is alvast interessant te weten dat de eerste wereldoorlog voor Italië pas begon met hun deelname aan het conflict op 24 mei 1915 (de oorlog zelf begon op 28 juli 1914). Op 16 augustus 1914 werd dus nog een Palio gelopen. Civetta, Istrice, Aquila, Oca, Nicchio, Onda, Tartuca, Lupa, Leocorno en Giraffa liepen mee.
De beste paarden waren toegewezen aan Oca (Baio di Ettore Mattii) die kozen voor de grote Picino en Lupa (Morello di Domenico Fradiacono). Zij kozen voor Ottorino Luschi detto Cispa, een andere hoog aangeschreven fantino uit die tijd.
Het waren dan ook Oca en Lupa die onmiddellijk de kop namen van de koers. Er werden zweepslagen uitgedeeld tussen Cispa en Picino. Tartuca met Bubbolo op Baio di Menotti Busisi profiteerde hiervan en won de Palio. Bubbolo ontving hiervoor het recordbedrag van 1000 Lire. Ongezien in die periode.
Na die Palio, tussen 1915 tot 1918, werd er geen Palio meer gelopen. Pas in aanloop van de Palio van 2 juli 1919 werd er opnieuw tufo op de Piazza gelegd. Na een onderbreking van bijna vijf jaar was het verlangen naar een nieuwe Palio heel groot in Siena. Om de overwinning én het einde van de oorlog te vieren, werd de Sbandierata della Vittoria voor het eerst geïntroduceerd. Tot op de dag van vandaag wordt dit nog steeds uitgevoerd. De 17 wijken stellen zich op voor het stadhuis en zwaaien nog 1 keer met de vlag, net voordat de paarden het stadhuis uitkomen voor de koers.
De Palio van 2 juli 1919 werd gelopen door Giraffa, Valdimontone, Drago, Tartuca, Aquila, Lupa, Torre Leocorno, Selva en Chiocciola.
De beste paarden werden toegewezen aan Torre (Stellina), Chiocciola (Scodata) en Aquila (Baio Marrone del Cambi). Torre koos voor Randellone, Picino ging naar Chiocciola, Nappa zat bij Aquila en Bubbolo, de winnaar van de laatste Palio voor de oorlog ging naar Selva op Baia del Felici.
De drie favorieten waren onmiddellijk ook protagonisten van die Palio. Aquila en Chiocciola vertrokken op kop, gevolgd door Torre. In de Casato hinderde Nappa, de fantino van Aquila opzettelijk Picino als gevolgd van een discussie tussen de twee over een vrouw. Ze vielen beide van hun paard en ook Torre kwam ten val. Selva ging aan de leiding maar in de tweede San Martino was het Lupa met Guido Sampieri detto Fulmine die op Grigia Ferro del Parri de koppositie overnam.
In ronde drie werd Lupa voorbijgegaan door Leocorno met Cispa op Giacca. Ook Tartuca met Eleuterio Salvucci detto Rombois op Storno dei Frattelli Pieri ging over Lupa. Leocorno won, ondanks een laatste poging van Tartuca, de Palio met Cispa.