DEEL IV – De Palio : een aristocratisch feest met reglementaire problemen in Siena en in Firenze
Zoals reeds gezegd werden de eerste Palio’s betwist door de belangrijkste burgers van een stad, adel en grote internationale handelaars en bankiers. Vervolgens werden het meer en meer wedstrijden tussen de zeer competitief ingestelde grote Italiaanse geslachten en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, die zoals ook gezegd, zelf niet meereden maar professionele fantini gebruikten zoals de contrade vandaag. Kortom, de Palio was nog meer een aristocratische feest.
Voor de Palio van Hemelvaartsdag 1461 in Siena werden paarden ingeschreven die toebehoorden aan Sigismondo d’ Este uit Ferrara, Domenico Malatesta Novello, heer van Cesena, van Isotta, de minnares van de gevreesde condottiere Sigismondo Malatesta uit Rimini, van Antonio di Nani, neef van paus Pius II Piccolomini uit Siena zelf, en van de kardinaal van Keulen.
Men weet dat paarden van de leidinggevende families Medici uit Firenze, Baglioni uit Perugia, Orsini uit Rome, Montefeltro uit Urbino en de koninklijke familie Aragonesi uit Napels overal aan Palio’s deelnamen in de 15de eeuw.
Lorenzo il Magnifico dei Medici had het genoegen de Palio van San Giovanni van Firenze te winnen in 1479 en stuurde in 1483 meerdere paarden naar Roma voor de Palio op de Via del Corso om indruk te maken op de paus want hij wilde zijn piepjonge zoon Giovanni (1475-1521) kardinaal doen wijden. Wat trouwens lukte in 1489 en in 1513 werd hij zelfs paus als Leo X.
Sommige Sienese historici schrijven dat de regerende familie Petrucci alles deed om de Palio van Siena naar hun hand te zetten. Familieleden van de tirannieke Pandolfo Petrucci (1452-1512), waaronder kardinaal Alfonso Petrucci, zouden bevoordeeld zijn.
In 1492 liep de Palio van Hemelvaart in Siena zelfs helemaal uit de hand. De koers werd gewonnen door het paard van Cesare Borgia (1475-1507), de duivelse en zeer gevreesde zoon van Rodrigo Borgia, die amper vier dagen voor de Palio tot paus was verkozen onder de naam Alexander VI. Cesare was het voorbeeld voor de gewetenloze Principe van Niccolo Machiavelli. Maar er was een probleem. De ruiter van Borgia was van zijn paard gevallen, het paard had bijgevolg “scosso” gewonnen en daarover bestond toen geen eensluidende mening.
Als tweede kwam het paard aan van Francesco Gonzaga (1466-1519), de markies van Mantua, opperbevelhebber van het leger van de Venetiaanse republiek en enkele jaren later van het Italiaanse coalitieleger dat het Franse leger van Charles VIII uit Italië zou verdrijven. De Palio werd toegewezen aan Gonzaga.
De amper 17-jarige maar zeer zelfbewuste Borgia repliceerde zeer snel. In een bewaarde brief van 18 augustus 1492 aan het stadsbestuur van Siena stelde hij dat hij correct was gewonnen : “als mijn jongen een kans zou gezien hebben om niet te vallen, zou hij dat nooit gedaan hebben” en wees ook op het feit dat zijn paard gehinderd was door dat van Gonzaga.
Voor de Palio van 1493 werd gesteld dat men op het paard moest blijven zitten tot op een bepaald punt in de race en dat daar controleurs zouden staan. In 1512 wenste men op te treden tegen ruiters die zich opzettelijk van hun paard lieten vallen om het lichter te maken en vooral om tegenstanders te hinderen. Het zou nog duren tot 1592 vooraleer men een overwinning van een “scosso” reglementair zou aanvaarden, wat tot op heden de norm is.
1492 moet wel een bewogen Palio-jaar geweest zijn voor de Gonzaga’s want eigenlijk was de rel met Cesare Borgia het tweede dispuut. Op 24 juni hadden de Gonzaga’s de Palio di San Giovanni van Firenze compleet gedomineerd : eerst een paard van kardinaal Gonzaga en dan tweede Nardo en derde de favoriet Falcone van markies Francesco. Klein probleem : alle drie “scosso”. Vierde en met de ruiter erop het paard van Baglioni, de heerser van Perugia, die de Palio opeiste of een annulatie en herlopen van de koers vroeg. Vermits enkele Baglioni’s als huurlingengeneraals in dienst waren van Firenze en men anderzijds ook de machtige Gonzaga’s niet te hard tegen het hoofd wilde stoten, besliste het stadsbestuur van Firenze om de koers te laten herrijden op 24 augustus, en om de heren bezig te houden werden snel twee bijkomende Palio’s ingericht in de laatste week van juli.
De Palio di San Giovanni werd uiteindelijk gewonnen door Sannino, een paard van de Sienese handelaar Niccolo di Lorenzo di Donato, geïmporteerd uit Constantinopel. Francesco Gonzaga was zo diep onder de indruk dat hij prompt het paard kocht, inclusief de gewonnen Palio, voor een krankzinnig bedrag van 850 gouden dukaten.
In 1507 werd de Palio van Siena weer gekenmerkt door zeer zware incidenten en rellen achteraf waarbij de Gonzaga betrokken waren. U raadt het al : weer een “scosso”.
Ook even opmerken dat de Palio van Siena niet is doorgegaan van 1508 tot en met 1511 omwille van enerzijds een pestepidemie en anderzijds een oorlog in Italië van een coalitie tegen de Venetiaanse republiek, waardoor aan de Palio deelnemende vorsten tegenover mekaar stonden op het echte slagveld.
En ook interessant om weten is dat in 1503 tiran Pandolfo Petrucci uit Siena een oorlog voerde tegen Cesare Borgia, deelnemer van 1492, die een begerig oog op de stad had laten vallen. Een betaling van 40.000 gouden dukaten aan koning Lodewijk XII met een verzoek om hulp aan Siena en de dood van paus Alexander VI, vader van Cesare, waren doorslaggevend in het behoud van de Sienese onafhankelijkheid.
En tenslotte de Palio van 15 augustus 1514 werd voor één keer niet gewonnen door een adellijk geslacht maar door de excentrieke Sienese schilder Giovanni Antonio Bazza (1477-1549) beter gekend als Sodoma. Hij zou deze bijnaam in 1512 gekregen hebben omwille van sodomietische, zeg maar homosexuele handelingen. Anderen hebben een eenvoudiger verklaring : Sodona zou een andere familienaam van Sodoma geweest zijn. Hoe dan ook, hij trok er zich niets van aan en was zelfs fier op zijn bijnaam.
Met dank aan Jan Gilliams (brucaiolo met 58 palii in Piazza op de teller) voor tekst en opzoekingswerk.