In 1996 was het 41 jaar geleden dat Bruco nog een Palio had gewonnen. De spectaculaire mislukkingen van 1967, 1983 en tweemaal in 1989 werkten zwaar in op het gemoed van de wijk. In de Via del Comune, centrum van Bruco, bevindt zich de zetel van de contrada en het museum. Doorheen een klein venstertje kon men vanop de straat een vitrine zien met daarin de helm , de jas en de zweep waarmee Ciancone in 1955 de laatste overwinning had behaald. Een ontroerende en tegelijkertijd pathetische getuigenis van wat men voelde. Nochtans werd Bruco steeds groter in ledenaantal . Het ontbrak zeker niet aan sympathie voor deze contrada. Ik ben overigens zelf met veel plezier in deze val getrapt.
Bruco had een nieuwe kapitein gekozen, Riccardo Pagni, advokaat-hotelier, intelligent, dynamisch, sluw en zeer zelfverzekerd. Op 29 juni 1996 had Bruco Trastullo uitgeloot, een snel, onervaren en volledige oncontroleerbaar paard. Cianchino, met Pes de beste ruiter van de dag, was op de prova generale door een val van Trastullo behoorlijk gekwetst geraakt en moest forfait geven. Op 2 juli startte Bruco opnieuw bliksemsnel, er was voldoende startruimte gekocht, maar in de eerste San Martino vloog vervanger Stoppa zeer spectaculair in de matrassen.
We winnen zeker en vast in augustus, bezweerde Pagni. En toen begon een lange reeks van vreemde, bizarre en bijna te toevallige gebeurtenissen.
In de Via del Comune woonde op een klein appartement een zekere Giuseppe Ferratti, door iederereen gekend als Beppe di Bedo (Jef van Bedo, zijn vader). Beppe was een vriendelijke , onverzorgde, ietwat triestige man die te veel dronk. Onmiddellijk na de Palio van 2 juli ging Riccardo Pagni naar Beppe di Bedo en maakte met hem een vreemd akkoord. “Als je stopt met drinken gedurende 6 weken, ga jij op 13 augustus ons zegevierend paard afhalen”. Het is immers in Siena de gewoonte dat de “gelukkigste” of “meest geluk brengende man” van de contrada wordt uitgedost als een Quattrocento-heer en afgevaardigd op de Tratta om het hopelijk beste paard af te halen.
En zo verscheen op 13 augustus 1996 om 13 uur Beppe di Bedo, nuchter en opgepoetst, voor het stadhuis met in zijn hand een roze roos . De beste paarden waren Quarnero, spectaculaire winnaar van juli na een geweldige remonte, Solstizio d’Estate, een debutant waarvan zeer veel werd verwacht, en Bella Speranza, winnaar van augustus 1995 maar opzienbarende verliezer op 2 juli. Maar tussen 2 juli en die 13de augustus gebeurde er iets heel vreemd en ongewoon in de Palio : Bella Speranza was van naam veranderd en werd Rosé Rosa. Dit paard schreeuwde om naar Bruco te gaan. Want Bruco wil rups zeggen en in het embleem en vaandel van de contrada zie je een grote groene gekroonde rups die op een tak naar een roze roos kruipt. Maar nog vreemder was het feit dat Joe Tilson, schilder van de Palio en een popartkunstenaar uit de sixties, een grote fout had gemaakt in zijn beschilderd vaandel. Het is gebruikelijk dat de emblemen van de 10 deelnemende contrade worden verwerkt in de Palio, dus ook dat van Bruco. En Tilson had wel de rups afgebeeld maar was de roze roos vergeten. Bijgelovige Brucaioli, dwz bijna iedereen, waren in opperste staat van verwarring. Beppe di Bedo kwam, zoals zo vurig gewenst door Pagni en heel Bruco, met Rosé Rosa naar huis. De dag voor de Palio richtte de harde kern van Bruco een feestmaal in buiten de stad. Normale, rustige, beleefde en vriendelijke mensen, ook intellectuelen, die samen een dure eed aflegden : Als Bruco morgen niet wint, breken we Siena af.
Cianchino was hersteld na zijn zware val op 1 juli en kreeg een herkansing na zijn falen op 16 augustus 1989. En opnieuw leek hij het te gaan verknallen. Hij miste compleet zijn start en geraakte met veel moeite in vierde positie bij het begin van de tweede ronde. Cianchino riep iets naar de Ondaruiter in derde positie en op wonderlijke wijze verdween deze naar links en liet Cianchino passeren. De macht van het geld. Tussen de tweede San Martino en tweede Casato werd er zo stevig geduelleerd voor de koppositie door Montone en Lupa, die nog ver voorlagen op Bruco, dat beiden na de Casato op mekaar botsten, in de lucht vlogen en alleen Lupa terug op zijn paard. Maar zijn galop was onderbroken en Bruco begon de laatste ronde aan de leiding tot het einde. De nachtmerrie van 41 jaar was voorbij, het kwade oog was afgewend. En er gebeurde iets unieks. De gehele Piazza del Campo begon spontaan te applaudiseren. In de volgende 6 weken werd vooral Beppe di Bedo gevierd en in een open koets rondgereden doorheen de stad.
Op 6 oktober werd de Cena della Vittoria gehouden in Bruco, het feestmaal van de Overwinning. Ieder van de 4000 aanwezigen kreeg een kleine litho van Joe Tilson : “la Rosa dimenticata” of “de Vergeten Roos“.
Op 27 februari 1999 overleed Beppe di Bedo als een gelukkig en gerespecteerd man. Op zijn appartement in de Via del Comune , in het hart van Bruco , hangt een gedenksteen : “Qui visse Beppe di Bedo, grande contradaiolo del XX secolo, che per la gloria del Bruco porto’ dopo 41 anni il cavallo vittorioso ” of “Hier woonde Beppe di Bedo, groot contradalid van de twintigste eeuw, die voor de glorie van Bruco na 41 jaar het winnende paard bracht”.
Na een moment van lichte twijfel over de toekomst, won Bruco in 2003 en 2005 en 2008. De Palio is terug normaal geworden in Via del Comune. En Beppe di Bedo ziet dat het goed is.
Lees ook De Palio van de Vrede en Het wonderjaar 1989 (27/01) , Rivaliteiten en een Verzoening (03/02) voor het volledige verhaal van Bruco in de 20ste eeuw.
Met dank aan Jan Gilliams (brucaiolo met 56 palii in Piazza op de teller) voor tekst en opzoekingswerk.
3 thoughts on “Rose Rosa of de triomf van heel veel toeval”
Comments are closed.