De “rincorsa“, misschien te vertalen als de “aanloop” of “aanloper“, en hij alleen, dus zelfs niet de starter, bepaalt wanneer er wordt gestart. Dat staat niet in het reglement, maar is het resultaat van een geaccepteerde traditie. De rincorsa wordt in het reglement maar één keer vernoemd in artikel 85 punt 5, als zijnde de tiende en laatste contrada. Er wordt niets gezegd over de specifieke plaats, buiten de koorden, en taak, het moment van de start inleiden.
De rincorsa is eigenlijk een recent verschijnsel in de eeuwenlange geschiedenis vaan de Palio. Op basis van de interpretatie van een reeks rapporten heeft Sergio Profeti , grootste kenner van de Palio en zijn geschiedenis en zijn reglement en de toepassing ervan, in 1985 een boekje gepubliceerd, Il Segreto della Mossa. Hij heeft een reconstructie gemaakt van het ontstaan van de rincorsa.
Op 2 juli 1928 won Angelo Meloni, detto Picino, de toenmalige Re della Piazza met 13 overwinningen, de Palio met Lina. Meloni stond zevende en lanceerde, tot ieders verbazing, zijn merrie op een nooit gezien manier. Hij ging niet tussen de andere contrade staan aan de “canapo” of voorste koord, maar helemaal achteraan en lanceerde Lina met een lange aanloop, eigenlijk een soort rincorsa maar dan binnen de touwen. Merk op dat de tiende contrada geen rincorsa was maar mee tussen de touwen stilstond. Een reeks feiten bewijzen de verwarring die hieruit resulteerde. Picino werd reeds op 3 juli prompt voor 4 Palio’s geschorst, te beginnen met die van augustus 1928. Hij ging in beroep, zelfs bij de Koning van Italië, die hem terugschreef : “Niemand, zelfs niet de koning, kan een grotere autoriteit hebben als de stad Siena“, getekend Vittorio Emanuele, Koning van Italië. De Podestà, fascistische burgemeester, Bargagli Petrucci schreef in 1929 dat “het evident is dat de fantini hun paarden niet mogen lanceren vooraleer de mossiere het signaal heeft gegeven en de canapo heeft laten vallen“.
Vervolgens wonnen de rincorse, vermoedelijk of quasi zeker allen van buiten de koorden vertrekkend, van 1930 tot en met 1932 liefst 4 van de 6 Palio’s, een ongeziene reeks. Tweemaal is Lina erbij, éénmaal bereden door Meloni. In dezelfde jaren geeft of krijgt de ene na de andere mossiere zijn ontslag : een teken van verwarring. Op 25 juli 1932 dient Bruco een officiële klacht in tegen het nieuwe gebruik en vraagt dat “de ruiter die als tiende wordt binnengeroepen, wordt verboden dit in galop te doen“.
Pas in 1937 wordt voor de eerste keer in een officieel document over de “rincorsa” gesproken. De volgende discussie gaat dan over het feit dat die tiende ruiter moet wachten op een teken van de mossiere dat hij zijn aanloop mag doen i.p.v. dat hij het doet wanneer hij wil. In 1939 tenslotte legt Barra, de intelligente commissaris van politie en tegenstander van het rincorsasysteem, de vinger op het zwakke punt van de vernieuwing. Hij heeft begrepen dat de taak van de mossiere veel moeilijker is geworden. I.p.v. tien contrade binnen te roepen en dan de start te geven op het juiste moment, moet hij nu de rincorsa in het oog houden, waarvan de negen andere contrade profiteren om van plaats te verwisselen of nog erger.
Winnen vanuit de tiende positie is tot op de dag van vandaag geen makkelijke opdracht. Sinds 1945 gebeurde het slechts 16x op meer dan 160 gereden koersen.
2 luglio 1945: Lupa (Renzo Provvedi detto Renzino-Mughetto)
2 luglio 1954: Onda (Giorgio Terni detto Vittorino-Gaudenzia)
5 settembre 1954: Leocorno (Giorgio Terni detto Vittorino-Gaudenzia)
16 agosto 1959: Oca (Giuseppe Gentili detto Ciancone-Tanaquilla)
16 agosto 1961: Torre (Giorgio Terni detto Vittorino-Salomé de Mores)
2 luglio 1965: Aquila (Andrea Degortes detto Aceto-Topolone)
16 agosto 1969: Nicchio (Donato Tamburelli detto Rondone-Topolone)
21 settembre 1969: Oca (Andrea Degortes detto Aceto-Topolone)
17 agosto 1975: Chiocciola (Andrea Degortes detto Aceto-Panezio)
18 agosto 1976: Civetta (Andrea Degortes detto Aceto-Panezio)
2 luglio 1987: Selva (Guido Tomassucci detto Bonito da Silva-Vipera)
2 luglio 1993: Leocorno (Giuseppe Pes detto Il Pesse-Barabba)
16 agosto 1998: Nicchio (Dario Colagé detto Il Bufera-Re Artù)
2 luglio 2003: Selva (Antonio Villella detto Sgaibarre-Zodiach)
16 agosto 2006: Selva (Alberto Ricceri detto Salasso-Caro Amico)
16 agosto 2018: Lupa (Giuseppe Zedde detto Gingillo-Porto Alabe)
Aceto won 4 x vanuit de positie van rincosa, Vittorino 3x, waarvan 2x zelfs in hetzelfde jaar (1954).
Enkele paarden wonnen ook meermaals vanuit positie 10, alle drie toppaarden uit de geschiedenis van de Palio. Zo won Topolone maar liefst 3x vanuit de positive van rincorsa. Panezio en Gaudenzia wonnen elk 2x.
Selva is de koning van de rincorsa met 3 overwinningen, Nicchio, Lupa, Oca en Leocorno wonnen elk 2x.
Met dank aan Francesco Zanibelli voor het nodige opzoekwerk.