2 Juli 1967 : La Speranza è l’ Ultima di Morire, of nooit opgeven voor het einde .
Op 2 juli 1967 werd de eerste Palio gereden na de opzienbarende gebeurtenissen van 1966. Alles verliep heel rustig, maar de toeschouwers werden beloond door een onwaarschijnlijk koersverloop waarvan de Palio van Siena het geheim heeft en blijft cultiveren.
Ciancone, die een opgemerkte comeback had gemaakt in augustus 1966, zowel naast als in de koers, werd vreemd genoeg geen kans geboden om mee te rijden. Dit is onbegrijpelijk voor een buitenstaander maar niet uitzonderlijk in Siena. In juli 1987 moest Beppe Pes, triomfator van de Palio Straordinario van september 1986, door velen beschouwd als de Palio van de eeuw, van in de tribune toekijken. Na een bizar strategisch spel had hij geen “monta” gevonden.
Alle contrade startten goed behalve Tartuca en Civetta, die omgekeerd staan. Civetta herpakte zich snel maar Canapino voor Tartuca aarzelde en besliste uiteindelijk toch te starten met ca. 50 meter achterstand. In de eerste Casato vielen vier contrade en bij de aanvang van de tweede ronde hadden reeds vier verschillende contrade op kop gereden. Ook dit is uitzonderlijk. Men spreekt al van een sensationeel koersverloop als drie verschillende contrade aan de leiding hebben gereden in een volledige koers.
In de tweede San Martino had Tartuca zes posities gerecupereerd en was vierde. Voor de aanvang van de derde ronde zwaaide een dame in de tribune met haar sacoche naar de ruiter van Lupa, maar miste hem. Zij is vereeuwigd in een prachtfoto en we zullen haar nog tegenkomen.
In de laatste San Martino gebeurde het ongelooflijke : de nochtans ervaren en snelle maar koppige Arianna van Civetta, gevolgd door de Sambrina van Istrice, weigerden te draaien. Lupa draaide wel maar belandde in de matrassen en Tartuca met toppaard Topolone en Canapino wonnen een verloren gewaande koers. “La Speranza è l’ ultima da morire“, zegt men in Siena, of “De Hoop sterft als laatste “. Canapino had de laatste ronde eigenlijk niet meer gezien. Zij helm was voor zijn ogen gezakt en zat klem. Geen probleem voor Topolone, hij kende de weg en won liefst 7 Palio’s van 1963 tot en met 1970.
Er bestaat een prachtopname van de RAI over deze koers met radiocommentaar door Silvio Gigli , een in Italië legendarische journalist uit Siena en fanatiek Tartuchino, gemonteerd op filmbeelden. Hij was de jongeman die op 20 augustus 1945 in de Palio della Pace een klap gaf aan de starter.
16 augustus 1967 : uiteindelijk beslist het paard altijd.
Bruco wilde absoluut winnen en engageerde Beppe Gentili, die kon beschikken over een zeer groot budget. Maar zoals uitvoerig belicht in het artikel over Beppe Gentili, detto Ciancone, Er Goloso, stond hij bekend om zijn gierigheid. Ook nu weer. Hij kon Peppinello voor Aquila, de rincorsa, financieel niet overtuigen hem de start te geven, en die speelde het spel keihard. Hij wachtte en wachtte in een uiteindelijk zeer lange startprocedure. Ciancone werd zenuwachtig en probeerde tweemaal de start te forceren, waarvoor hij overigens achteraf voor 2 Palio’s geschorst zal worden. Maar Peppinello bewoog niet en de starter liet zich niet vangen, liet dus de koord vallen om veiligheidsredenen maar annuleerde de beide starten.
Uiteindelijk vertrokken ze toch en Ciancone nam de leiding, liep ruim 15 meter uit , kon niet meer verliezen maar in de derde San Martino draaide Arianna, zoals reeds op 2 juli voor Civetta, naar links naar de Chiasso Largo en remde voor een politiecordon. De ervaren Bazza leidde de snelle Selvaggia naar de zoveelste overwinning van Selva.
Nog even opmerken dat de dame met de sacoche opnieuw een poging ondernam om een klap te geven, ditmaal aan Bruco bij het begin van de laatste ronde, maar gelukkig miste ze opnieuw .
Reeds tijdens de eerste ronde wordt er zwaar afgerekend door Nicchio en Oca. In 1934 was de beruchte T.O.N.O ontploft (lees het artikel over T.O.N.O. en la Piccola Quadruplice), een geheim akkoord tussen Tartuca ,Oca ,Nicchio en Onda. Nicchio had het akkoord verbroken en sindsdien liep er kwaad bloed tussen beide contrade, zonder dat ze officieel vijanden worden. Dit was de laatste zware oprisping. Tijdens de startprocedure veranderde Rondone voor Nicchio van plaats om Oca te blokkeren. Het kostte hem 4 Palio’s. Dit zou een ongezien zware straf zijn in de 21ste eeuw. In de eerste San Martino sneed Rondone Oca opzettelijk af. Aceto van Oca kon nog net de bandierino ontwijken en begon toen als een razende op Rondone te slaan met zijn nerbo. Overigens had Rondone beloofd aan markiezin Misciatelli, de capitana van Torre, dat hij Aceto zou aanpakken. Allicht niet gratis.
24 september 1967 : de wonderbaarlijke verrijzenis van Topolone.
Het gemeentebestuur van Siena besliste om op 24 september 1967 een Palio Straordinario in te richten voor het 46ste nationaal congres van wetenschappers dat in de stad wordt ingericht : il Palio dei Scienziati.
In de nacht van 23 september na de Prova Generale werd de Palio gestolen uit de kerk van San Vigilio door een groep grappenmakers, die achteraf studenten van de universiteit van Bologna bleken te zijn. Zij vroegen in ruil voor de “vrijlating” wijn, naakte odalisken en gratis tribuneplaatsen. Wat alles nog grappiger maakte, was het feit dat het congres ondertussen was afgelopen en alle wetenschappers reeds vertrokken waren. Geen Paliovaandel dus en geen wetenschappers op 24 september 1967, maar wie trekt zich dat aan? Het is Palio.
Aceto startte op kop voor Oca en dreef in de eerste San Martino iedereen naar de materassen . lvan maar vooral Giraffa vielen en Topolone bleef met zijn poten onder de matrassen geklemd zitten. Men vreesde het ergste voor het paard.
Op het einde van de eerste ronde werd opnieuw teken gedaan door de starter en de omstaanders in de tribune dat de start eigenlijk niet geldig was en werden de ruiters aangemaand om te remmen. Niemand had de mortaretto gehoord. Even er aan herinneren dat na de gebeurtenissen van augustus 1966 de voetzoeker, aangestoken met een lucifer, ondertussen vervangen was door een electrische ontsteking op pillen, maar nog altijd bediend door dezelfde stadswerkman, en niet door de starter.
De verwarring was immens. Giraffa weigerde te rijden. Pas geleidelijk aan realiseerde men zich dat Topolone miraculeus was ontsnapt. Fuligni, de starter, beweerde dat de start wel correct was en dat hij geen teken had gegeven aan de stadswerkman om de mortaretto te laten afgaan, die op zijn beurt beweerde dat hij wel een teken had gekregen. Uiteindelijk moest Fuligni op de vlucht gaan naar de Questura, het hoofdkwartier van de politie, en hij werd vervangen door Fedro Valentini, een vigile urbano (verkeersagent).
Vanaf 1968 wordt de electrische mortaretto bediend door de starter zelf vanop de verrocchino.
Na één valse start schoot de wonderlijk herstelde Topolone weg als een raket en won met 20 meter voorsprong. Tristezza, de ruiter van Giraffa, stak reeds ver voor de aankomstlijn beide handen in de lucht en is de enige ruiter ooit die gewonnen heeft met het zegegebaar van een wielrenner.
De Palio was gestolen en dus ontving Giraffa een wit Paliovaandel met in het midden een bozzetto of kleine geschilderde voorstudie van het origineel. Enkele dagen later werd de stad verwittigd dat ze de Palio intact konden terugvinden, verborgen achter het altaar van dezelfde San Vigiliokerk, en waren de studenten met stille trom gevlucht uit de stad. Giraffa weigerde de voorlopige Palio met voorstudie terug te geven en heeft er dus twee voor 24 september 1967. En Siena zou Siena niet zijn indien dit geen aanleiding was tot gezellige toogpolemieken. In Rivediamoli Insieme 1965-1969, gepubliceerd in 1985, kon Sergio Profeti het niet nalaten te stellen dat die met de kleine bozzetto de enige echte Palio was. De “echte” had slechts een historische betekenis.
Nog even opmerken dat Canapino, de winnaar van 2 juli 1967, een rotkoers had gereden voor Leocorno en zich in veiligheid moest brengen in een huis in Torre. Canapino was een uitstekende ruiter, allicht de beste trainer ooit van Paliopaarden, maar had een opvliegend karakter. Weinig ruiters zijn meer op de vlucht moeten gaan als hij.
16 augustus 1968 : “Me niet slaan , ik kon er echt niets aan doen” .
De avond van 16 augustus 1968 vertrokken er negen contrade. Drago ontbrak door een kwetsuur aan hun paard. Aceto voor Oca op Livietta startte, keek eerst naar Torre en besloot dan door te gaan, nam vlot de leiding maar leidde zijn paard in de tweede San Martino in de Via del Porrione, werd voorbij-gestoken door acht contrade en moest ver achter de groep herstarten.
En dan gebeurden de meest vreemde dingen. In de eerste San Martino reeds was Bazza van Leda gevallen en het paard van Selva stopte in de eerste Casato. In de tweede Casato viel de ruiter van Civetta en Pasquino vervoegde Leda. Bij de aanvang van de laatste ronde zaten zes contrade dicht bij mekaar en alle hadden ze nog kans op de overwinning. Oca volgde op ruim 50 meter en in de Casato stonden er 2 paarden stil. In de derde San Martino sloegen Onda en Torre op mekaar met hun nerbi en beide ruiters vielen. Wat verder voor de Cappella van het stadhuis vielen de ruiters van Chiocciola en Istrice. Deze vier paarden liepen door naar de Casato alwaar ze enthousiast werden opgewacht door hun twee vrienden. Gezellig met zes maar alles kan beter. Komt Ercole van Leocorno daar aan, remt en vliegt Guanto over zijn paard tegen de schutting. Komt Danubio van Montone daar aan, en remt tot ontzetting van Canapino die blijft zitten en niemand ziet tussen zichzelf en de aankomst. Komt vanuit de verte Aceto aan op Livietta voor Oca in een gezellig drafje en zij rijden de koers uit terwijl hij Lecaioli ( van Leocorno) passeert die zeker van de overwinning over de piste naar de aankomst lopen om de Palio te gaan pakken, en dus niet hebben gezien dat hun ruiter achter hen in de Casato tegen de tribune ligt en hun paard stilstaat.
Ocaioli stormen op Aceto af die zich onmiddellijk verbaal verdedigt want hij weet dat hij de koers heeft verloren door zijn paard verkeerd door de tweede San Martino te sturen. “Me niet slaan, smeekt hij, ik kon er echt niets aan doen”.
De latere Re della Piazza had zopas de tweede van zijn 14 Palio’s gewonnen. Echt de film zien om het te geloven.
Palio’s werden in die tijd meestal in 1’16” gewonnen. Aceto deed er 1’28” over. Duidelijker kan niet.
2 juli 1969 : de laatste les van “il Professore”.
Het was een koers zonder veel geschiedenis, maar zal altijd met grote affectie beschreven worden in Siena als de laatste grote demonstratie van Paliorijkunst van Beppe Gentili, detto Ciancone, bijgenaamd “Er Goloso”, “de gierigaard” maar hier “Il Professore”.
Snelle start op Sambrina voor Onda, perfecte trajecten in de bochten en een ongezien stijlvolle houding op het paard : zijn negende en laatste overwinning op 52-jarige leeftijd.
Zie ook “Beppe Gentili “.
En o ja : de dame met de sacoche, “la Dama del Casato” genoemd in Siena, zal een derde en laatste zwaai doen, nu om Beppe Gentili te raken. Zij miste natuurlijk. Achteraf is ze geïndentificeerd : Dina Doretto, redelijk fanatieke Torraiola en zuster van Fosco Doretto waarvan in 1994 postuum de memoires zijn gepubliceerd : “Il mio Palio“, een must voor iedereen die wil weten wat de Palio echt is en betekent, met schitterende vertellingen over alle Palio’s tussen 1919 en 1992.
21 september 1969 : Il Palio della Luna
De fantastische sixties in Siena, althans op Paliogebied, werden op 21 september 1969 afgesloten met een Palio Straordinario voor de Eerste Man op de Maan. Het was een koers zonder verhaal, met Aceto die zijn derde overwinning behaalde en zich aanbood als de nieuwe sterkste fantino. In het volgende decennium wordt hij de “Re della Piazza”.
Met dank aan Jan Gilliams (brucaiolo met 56 palii in Piazza op de teller) voor tekst en opzoekingswerk.