fantini

Beppe Gentili, detto Ciancone, maar gekend als “ER GOLOSO” (1917 – 1978)

Op 16 augustus 1945 debuteerde de 28-jarige  Beppe Gentili in de tweede naoorlogse palio. “Il Professore”, zoals hij later vol ontzag werd genoemd,  wordt beschouwd als de beste technische ruiter ooit gezien in Siena. Vooral zijn trajecten, hoe hij  bochten aansneed en passeerde, waren ongezien : “pennellate” of “penseeltrekken” zei men vol bewondering. Zijn traject voor en na San Martino noemde men “il Viottolo del Gentili” of “de baan van Gentili”. Daarnaast had hij een fier, zeg maar “vulkanisch” karakter.

Gentili had ook een zeer groot gebrek, zijn geldlust, waardoor men hem in het dialect van zijn geboortestreek, Lazio rondom Rome, “er Goloso” noemde, “de Gulzige” of evengoed “de Hebzuchtige” of “De Gierigaard”.  Hij was immers keihard in zijn onderhandelingen met dirigenten van contrade, en was in 1951 de uitvinder van het contract “a perdere“. Ruiters werden alleen betaald om te winnen of een andere opdracht uit te voeren tegen een rivaal, en waren voor de rest afhankelijk van wat de winnende contrada ook aan verliezers uitbetaalde of wat zij konden ophalen in een wijk,  “la mancia” of “het drinkgeld”. Gentili bedong als eerste een bedrag “a perdere”, dwz een verloning ook bij verlies of zeg maar een startgeld.

Maar veel erger, hij was ook gierig in het belonen van zijn collega’s en dat heeft hem veel overwinningen gekost.  Elke ruiter heeft een budget ter beschikking van de contrada waarmee hij “gepaste akkoorden” kan afsluiten met zij collega’s. Zo kan men de rincorsa belonen als die binnenkomt precies wanneer men perfect klaarstaat om te starten en niet omgedraaid. De ruiters aan weerszijden worden betaald als ze enige ruimte laten en niet tegen de flanken van het paard komen drukken. Ciancone probeerde steeds zoveel mogelijk voor zichzelf te houden.

Ook strategisch werd hij gecounterd. Hoewel hij in juli 1947 voor Nicchio had gewonnen, belandde hij veel later in de omgeving van Oca, en vermits Nicchio nog een T.O.N.O.-rekening (morgen meer hierover) had openstaan, lanceerde men de anti-Ciancone in de persoon van Vittorino, een andere topruiter die nog meer lef had.  Dat heeft Ciancone veel overwinningen gekost en nog meer geld.

la rigirata 1961Op 16 augustus 1961 reed Ciancone voor Oca op Capriola, een ietwat bizar paard. Zijn opdracht was niet om te winnen maar een overwinning beletten van rivaal Torre met Vittorino en de snelle Salomè de Mores. Dat leek eenvoudig want Vittorino was de rincorsa en Ciancone moest hem gewoon pareren bij het binnenkomen, hinderen en enkele zweepslagen geven. Wat toen is gebeurd staat bekend als “la rigirata” of “de omdraaiing”. Vittorino kwam binnen precies op het ogenblik dat Ciancone omgedraaid stond met zijn paard. Hij was volledig verrast en Vittorino won voor Torre na een overigens zeer moeilijke koers. Ciancone was zich niet bewust van enig gevaar, stapte af van zijn paard en zei “wat een pech dat Capriola zich heeft omgedraaid op het verkeerde moment”, en ging naar Oca om zich om te kleden. Op dat ogenblik deed reeds het gerucht de ronde dat Ciancone was omgekocht door Torre. Hij werd bedreigd en het bestuur moest hem verbergen, dwz opsluiten in een kelder van het Ocahoofdkwartier. Drie mannen geraakten toch binnen langs een achterdeur en Ciancone werd minutenlang op de meest gruwelijke wijze in mekaar geslagen. Verraad!! Aan de grens van de Ocawijk probeerde een woedende menigte de ziekenhuiswagen om te keren die Ciancone vervoerde. Hij moest, een afgetrainde athleet, meer als een maand recupereren in een hospitaal. De legendarische en fanatieke pastoor Bani van de wijk,  die onder zijn toog steeds een Oca-hemd droeg, liet alle foto’s van Ciancone verwijderen hoewel hij de architect was geweest van de laatste Ocazege in 1959. Ondertussen amuseerde Torre zich door dagelijks het bedrag te verhogen waarmee Ciancone zogezegd zou omgekocht zijn : van 1.000.000 tot 6.000.000 lire.

Ciancone werd uit de Palio verbannen door Oca. Het bestuur maakte de 16 andere contrade duidelijk dat wie Ciancone zou engageren, meer zou doen als met vuur spelen. Zelfs de grote rivaal Torre durfde Ciancone niet engageren om Oca te jennen hoewel de verleiding groot was.

Ciancone van zijn kant respecteerde een belangrijke en voor buitenstaanders onbegrijpelijk “ongeschreven regel van de Palio” : hij deed geen aanklacht, zelfs niet tegen onbekenden, hoewel hij perfect wist wie hem had in mekaar geramd.

Vijf jaar later op de ochtend van 16 augustus 1966 stapte Ciancone, totaal onaangekondigd, de binnenkoer op van het stadhuis van Siena, vervoegde zich bij de staff van Onda en begon zich aan te kleden voor de 6de en laatste oefenrit. Zonder oogcontact te zoeken ging de barbaresco van Oca naar Gentili en gaf hem een dubbele uppercut. Hoewel Oca en Onda al eeuwenlang nauw verbonden waren en nog zijn in hun gemeenschappelijke afkeer voor Torre, was dit onaanvaardbaar voor beide. De alleantie werd tijdelijk opgeschorst en op de Piazza ontstond een vechtpartij tussen ocaioli en ondaioli. Een belangrijke gebeurtenis voor Ciancone, maar slechts een detail in wat na 20 augustus 1945 de meest rocamboleske palio van de eeuw zou worden.

In 1967 verloor Gentili een gewonnen Palio toen zijn paard Arianna  voor Bruco in de derde en laatste San Martino met 15  meter voorsprong en aan hoge snelheid naar links draaide in de Chiasso Largo. Opnieuw werd er gezegd dat hij te gierig was geweest. Hij bood de rincorsa te weinig aan en door de langdurige startprocedure en valse starten, was Arianna een deel van haar luciditeit kwijt.

Op 2 juli 1969, op 52-jarige leeftijd, gaf Ciancone een laatste keer een meesterklas aan iedereen en  won opnieuw voor Onda na een volmaakte koers.  Gentili reed en verloor, als favoriet, zijn laatste koers op 2 juli 1971 omdat hij opnieuw te gierig was geweest om 2 collega’s een royale beloning te beloven voor enige hulp.

Hij bleef rijden op gevorderde leeftijd en dat werd hem fataal. In een reguliere koers in Castiglion Fiorentino veel hij van zijn paard, werd overreden en brak zijn ruggegraat. Hij overleed op 24 juni 1978 in het hospitaal van Perugia. Hij was 61 jaar.

Met dank aan Jan Gilliams (brucaiolo met 56 palii in Piazza op de teller) voor tekst en opzoekingswerk.

 

2 thoughts on “Beppe Gentili, detto Ciancone, maar gekend als “ER GOLOSO” (1917 – 1978)

Comments are closed.